Van cacaoboon tot chocoladereep

De weg van cacao tot chocola is lang. Van boer tot supermarkt probeert iedereen geld te verdienen, maar dat is niet helemaal eerlijk verdeeld.

De meeste cacao komt uit West-Afrika waar boeren hun cacao verkopen via een netwerk van grote en kleine handelaren. De bonen belanden zo bij een groot verwerkingsbedrijf. Die verwerkt de bonen tot cacaomassa, -poeder en -boter. De fabrikant maakt daar de chocolade van die wij als consument aan het eind van de keten in de winkel kopen.

Maar wat gebeurt er met de waarde van cacao tijdens dit proces?

De boer
In West-Afrika oogsten cacaoboeren tweemaal per jaar. Van hun land met een gemiddelde oppervlakte tussen de twee en twintig voetbalvelden halen ze bij een goede oogst zo’n achthonderd tot tweeduizend kilo cacao. De prijs verandert jaarlijks maar momenteel krijgen boeren voor duizend kilo tussen de 1300 en 1500 dollar.

Na aftrek van kosten zoals, ingehuurde arbeid, pesticiden, water, nieuwe zaden, nieuwe bonen, cacaozakken en algemene organisatie- en productiekosten houden ze daar ongeveer de helft van over. Uiteindelijk komt zo'n zes procent van de verkoopprijs in de supermarkt terecht bij de boer.

De tussenhandelaar en het internationaal transport
Vanuit de boerderij of het dorp wordt de cacao naar een inzamelcentrum of coöperatie gebracht. Lokale handelaren of inkoopbedrijven kopen daar de cacao op.
Deze schakel lijkt overzichtelijker dan het in werkelijkheid is. Omdat de cacao op kleine, ver uit elkaar liggende boerderijen wordt geproduceerd, komt het regelmatig voor dat er bij het binnenlandse transport meerdere handelaren met elkaar in aanraking komen. Iedere handelaar wil voor zijn inspanning iets terugzien. Dat drijft de cacaoprijs verder op.

COCOBOD en CCC
Uniek voor de cacaoketen in Ghana en Ivoorkust is de rol van de overheid. Aan de start van ieder seizoen bepalen zij de minimumprijs voor cacao: de farmgate price. Dat is het bedrag dat boeren per duizend kilo cacao ontvangen.

Iedere cacaoboon die Ghana of Ivoorkust verlaat, wordt daadwerkelijk door de overheid gekocht en weer doorverkocht met een winstmarge. Het is voor de Ghanese en Ivoriaanse overheid een belangrijke inkomstenbron.

Over de hoogte van het percentage zijn beide landen onduidelijk. Schattingen schommelen rond de twintig a veertig procent. Waar de opbrengst heen gaat, blijft eveneens onduidelijk. Deels worden ze geherinvesteerd in de sector.

De verwerkende vermalers
De rauwe cacaobonen die vanuit Ghana of Ivoorkust in Nederland aankomen, zijn onbewerkt. Hoewel de boon nog exact hetzelfde is als toen die de boer verliet, is de prijs al met zestig procent gestegen. En de prijs zal nog verder oplopen. In het verwerkingsbedrijf worden de bonen gemalen of gebrand tot cacaomassa. In deze schakel vindt de grootste marktconcentratie uit de gehele keten plaats: slechts drie bedrijven hebben ruim zestig procent van de wereldmarkt in handen.

Deze bedrijven hebben vaak grote voorraden. Dat geeft ze de mogelijkheid op prijsschommelingen in te spelen en zo een maximale marge uit hun product te halen.

De chocoladefabriek
Bijna alle chocolademakers kopen hun cacaomassa, cacaoboter en cacaopoeder bij een van de drie verwerkers om daar volgens eigen recept een reep chocolade van te maken.
Net als bij de verwerkers is de markt van chocoladefabrikanten vrij geconcentreerd. De grootste vier fabrikanten (Mars, Mondelez, Nestlé en Ferrero) zijn goed voor een gezamenlijk marktaandeel van zo’n veertig procent. Net als in de verwerksector zorgen overnames ervoor dat het marktaandeel verder toeneemt. Al die inspanning legt fabrikanten bepaald geen windeieren: ze voegen ruim 35 procent aan waarde toe.

De verkopers
Retailers - zoals supermarkten- voegen in de cacaoketen de meeste waarde toe. Maar liefst 44 procent. De macht van supermarkten is groot terwijl er onderling grote concurrentie is. Marges die door prijsoorlogen onder druk staan worden doorberekend aan fabrikanten.

De consument
De laatste schakel in de keten zijn wijzelf, de consument. Wij kopen de chocola. Van dat geld krijgt de boer dus maar een klein beetje. Je zou als consument kunnen kiezen voor chocolade met een keurmerk dat garandeert dat de boer meer verdient aan zijn cacao. Maar dat verandert alsnog niets aan de winstmarges. ‘Eerlijke chocolade’ is onder andere zo duur omdat alle bedrijven in de keten hun marges gelijk willen houden: als de grondprijs hoger is en de marges gelijk blijven, stijgt de prijs. Dat heet ketenescalatie en dat wordt doorberekend aan de consument.

Steeds vaker zie je alternatieven op de markt die proberen aan de ‘normale’ cacaoketen te ontsnappen. Bean-to-bar chocolade is zo’n alternatief waarbij kleine chocolademakers de keten van boon tot reep in handen hebben. Op eigen initiatief zoeken makers geschikte cacaoboeren en vervolgens verwerken en fabriceren ze zelf de cacao tot chocolade. Dit kan tot een efficiëntere keten leiden. Maar omdat deze chocola in kleine volumes wordt geproduceerd, zijn de prijzen alsnog hoger dan ‘gewone’ chocolade in de supermarkt.

Meer

Hoe chocolade steeds duurder wordt zonder dat cacaoboeren daar veel meer aan verdienen

Cacaoboeren verdienen weinig, hooguit een paar cent per reep chocolade. Maar als je een boer extra betaalt voor zijn cacao, dan wordt de chocoladereep die in de supermarkt ligt ineens een veelvoud daarvan duurder. Hoe kan dat?

+ Lees het hele artikel

Duurzame cacao zonder beloning

Chocolademerken in Nederland willen dat al hun chocola vanaf 2025 duurzaam gecertificeerd is. Maar waarom gebeurt dat niet nu al? Want die gecertificeerde cacao ligt al stapels hoog klaar in de pakhuizen van Ghana en Ivoorkust.

+ Lees het hele artikel

Alle themas