Thema
Ongeveer driekwart van alle cacao ter wereld wordt geproduceerd in Ghana en Ivoorkust door boeren die te weinig geld verdienen. Slechts tien procent van de cacaoboeren daar verdient genoeg om van rond te komen. Extra geld in de vorm van premies bovenop de cacaoprijs is één van de manieren waarop chocolademerken en certificeringsprogramma's het inkomen proberen te verhogen.
Boeren die cacao volgens de duurzame productiestandaarden van bijvoorbeeld Fairtrade of UTZ produceren, ontvangen voor deze inspanning – bovenop de cacaoprijs - een premie. Ook chocolademerken als Tony’s Chocolonely, Nestlé en Mondelez betalen extra geld met hun eigen duurzaamheidsprogramma’s.
Verdeling van premies
In sommige gevallen staat de hoogte van de premie vast, zoals bij Fairtrade of Tony's Chocolonely. Maar meestal is de hoogte onderhandelbaar. Volgens UTZ moet een premie namelijk een aanvulling zijn op - en geen vervanging voor - redelijke prijzen. Premies worden betaald aan de boerenorganisaties of aan individuele boeren. Als boerenorganisaties de premie ontvangen bepalen zij op een democratische manier hoe ze dat geld willen besteden. In West-Afrika is het vaak zo dat coöperaties de premie voor de helft in contanten aan de aangesloten boeren betalen. De andere helft investeren ze in scholen, waterputten, opslaglocaties, vrachtwagens en andere manieren om de organisatie te versterken.
Helpt het boeren?
Door premies krijgen boeren meer geld voor hun cacao en stijgt hun inkomen. Helaas is het geen wondermiddel om ze uit de armoede te trekken. Boeren die gecertificeerd willen zijn – en aanspraak maken op een premie - moeten eerst zelf een flinke investering doen. Ze betalen dus om meer betaald te krijgen. Bovendien kan het ook nog zo zijn dat boeren die cacao volgens de richtlijnen van een keurmerk produceren, hun cacao niet tegen betere voorwaarden kunnen afzetten, vanwege overproductie van gecertificeerde cacao. Op die manier belandt hun ‘betere’ cacao als ‘normale’ cacao op de markt voor een lagere prijs en zonder premie.
Het is de paradox van de markt: als de oogst groot is en het aanbod stijgt, dan dalen de prijzen. In de oogstperiode van 2016/2017 verloor cacao een derde van zijn prijs op de wereldmarkt. Dat was een enorme klap voor de boeren. Waarom daalde de prijs zo hard en wat waren de gevolgen?
Naar schatting werken ruim twee miljoen kinderen op cacaoplantages in Ghana en Ivoorkust. Al lange tijd probeert de cacao-industrie dit aantal terug te dringen.
Ghana en Ivoorkust hebben alle chocoladefabrikanten op het matje geroepen: hoe kun je jezelf duurzaam noemen als je onze cacaoboeren zo weinig betaalt? Zij eisen meer geld, anders kunnen de bedrijven fluiten naar hun ‘eerlijke’ cacao. Evelien Veldboom sprak beide partijen.
Cacaoboeren die meer willen verdienen, moeten investeren in productieverhogende middelen. Alleen machines, arbeid, zaden en pesticiden kosten geld en dat is er vaak niet. Sommige boeren besluiten daarom geld te lenen.
Er zijn Ghanese en Ivoriaanse boeren die hun cacao de grens over smokkelen. Dat doen ze omdat de prijs voor cacao aan de andere kant soms net wat hoger is.
Cacaoboeren verdienen weinig, hooguit een paar cent per reep chocolade. Maar als je een boer extra betaalt voor zijn cacao, dan wordt de chocoladereep die in de supermarkt ligt ineens een veelvoud daarvan duurder. Hoe kan dat?
1 oktober 2019 is een spannende dag voor cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust, want de farmgate prijs is vandaag bekend gemaakt. Dat is het bedrag dat de boeren het komende jaar voor hun cacao krijgen. De prijs is iets gestegen ten opzichte van afgelopen jaar, maar opmerkelijker is het productieplafond dat de twee landen hebben ingesteld.