Thema
Jeroen Douglas, tegenwoordig directeur van Solidaridad, was in de jaren negentig betrokken bij de oprichting van Agrofair, bekend van de Oké-banaan. Toentertijd een pionier op het gebied duurzaamheid. Ze schopten tegen de heilige huisjes in de bananenindustrie aan.
Wat deed Agrofair met de Oké-banaan dan anders?
'Wij maakten de bananenboeren aandeelhouder van het bedrijf. De boeren waren aangesloten bij een coöperatie die een aandeel had in het bedrijf. Hierdoor bepaalden de boeren mee in de strategie van de onderneming. Zo probeerden ze een eerlijke prijs te koppelen aan eerlijk dividend en medezeggenschap.'
Dus de boeren deelden mee in de winst?
'Ja, precies. Het mooie is dat je de boer die aan het begin van de keten staat ineens een positie geeft op de consumentenmarkt. De bananen verschenen in de betere supermarkten waardoor de boer dus de gehele waardeketen in zijn bezit had.'
Lukte dat zomaar?
'Dit was wel een huzarenstukje. Het was ook het resultaat van een goede campagne in Nederland. We creëerden heel veel bewustzijn bij consumenten, schrijvende pers en televisie. Vanuit je portemonnee kun je stemmen. De consument werd als het ware rijp gemaakt voor de aankoop van de Fairtrade-banaan.'
In de cacao-industrie staan boeren alleen aan het begin van de keten. Jullie zeggen dus dat de boer ook aan het einde moet staan?
'Wat je ziet bij alle initiatieven rondom verduurzaming van de cacao-industrie is dat de waarde van cacao nooit meer dan maximaal zes procent van de supermarktprijs is geworden. Als je het daarmee moet doen dan weet je dat je nooit een groot inkomen hebt. Terwijl dat juist de motor voor verandering is. Als je cacaoboeren mede-eigenaar maakt van een spannend product dat het tot aan de consumentenmarkt haalt dan verandert er wel iets.'
Maar als de boer meer krijgt, dan krijgt de rest van de keten minder. Hoe reageerde anderen bananenbedrijven op de Oké-banaan?
'Niet altijd even plezant. Het is gebeurd dat ze een boot van ons hebben gesaboteerd en die voor de kust van Panama aan de ketting hebben gelegd. In een recordtijd wisten we in Nederland door te groeien naar een marktaandeel van tien procent. Maar wat we eigenlijk hadden gehoopt, gebeurde uiteindelijk ook. De andere bedrijven gingen naar ons kijken, omdat wij op basis van een fairtrade formule zo’n groot marktaandeel hadden gepakt. Ze namen dit over en dat heeft heel veel navolging gehad.'
Dit lukte in de bananenindustrië, maar werkt dit ook in de cacao-industrië?
'Ja ik denk dat dit kan, maar de cacaoketen is wel anders. Het is ingewikkeld. Het vergt meer processtappen om van een cacaoboon tot een eindproduct te komen. Een banaan oogst je groen en onderweg gaat hij rijpen. Cacao daarentegen transformeer je echt in een product. Die transformatie is een stukje industrialisatie en daar moet je een slimme oplossing voor zien te vinden. Ik denk dat je allianties moet sluiten met partijen die in een dergelijke marktkans willen investeren. Hier moet je wel gedegen onderzoek naar doen om dit uit te vogelen. Het moet wel een partij zijn die een marktaandeel aan boeren wil toelaten.'
Anna Laven vindt dat het helemaal anders kan in de cacao-industrie. Dat laat ze zien met haar eigen chocolademerk. Samen met andere vrouwen richtte ze Rokbar op. Zo ontstond een reep die van begin tot eind alleen door vrouwen is aangeraakt.
Chocolatemakers is een klein bedrijf gevestigd in de haven van Amsterdam. Vanuit deze plek laten ze een tegengeluid horen in de cacao-industrie. Oprichter Rodney Nikkels moest ‘onderdeel van de keten worden’ om dingen te veranderen.
Nederland is wereldspeler in cacaohandel. Aan de Universiteit van Wageningen wordt aan de lopende band onderzoek gedaan naar de industrie. Linda Klunder dook voor haar master Management, Economics and Consumer Studies de afgelopen maanden in de wereld van eerlijke(re) chocola.